Nieuw onderzoek suggereert rol auto-immuunreactie bij ALS
ALS en het immuunsysteem
We weten dat het immuunsysteem bij ALS is verstoord. Dat weten we omdat de witte bloedcellen die voor onze afweer zorgen, een andere samenstelling hebben in het bloed bij mensen met ALS, en ook geactiveerd zijn. Daarnaast weten we dat afweercellen ook in het zenuwstelsel geactiveerd zijn (microglia cellen). De grote vraag is hierbij: is dit een oorzaak of gevolg van de ziekte, en heeft het vervolgens zin om dit te proberen te behandelen?
Nieuw onderzoek
Onderzoekers uit de Verenigde Staten, Zweden en Denemarken hebben ontdekt dat een auto-immuunreactie een rol kan spelen bij de ontwikkeling en het verloop van ALS (link naar het wetenschappelijke artikel). Een auto-immuunreactie treedt op wanneer het immuunsysteem van het lichaam per ongeluk gezonde cellen aanvalt, wat leidt tot ontstekingen en schade aan de cellen.
Voor dit onderzoek zijn de witte bloedcellen van 40 mensen met ALS vergeleken met die van 28 gezonde personen van ongeveer dezelfde leeftijd en geslacht. De onderzoekers hebben heel veel groepen witte bloedcellen vergeleken in het lab in kweekschaaltjes en observeerden een aantal verschillen. Zo was er een kleine daling van specifieke variant T-cellen (de MAIT T-cel: mucosal-associated invariant T). Daarintegen zagen ze duidelijke verschillen tussen grotere subgroepen van T-cellen, maar ze observeerden wel minder zogenaamde TH1* en TH1 cellen, ook weer hele specifieke subgroepen van T cellen.
Vervolgens hebben de onderzoekers onderzocht of de T-cellen anders reageren op de eiwitten die worden gemaakt door de meest bekende ALS genen: SOD1, TARDBP en C9orf72. Het idee is dat deze T-cellen misschien anders reageren op (een van) deze eiwitten, zonder dat er per se een afwijking in SOD1, TARDBP of C9orf72 hoeft te zitten. Inderdaad bleken de T-cellen van mensen met ALS in kweek vooral te reageren op onderdelen van het C9orf72 eiwit, niet van SOD1 of TDP-43 (het eiwit dat door het gen TARDBP wordt gemaakt). Ook vonden de onderzoekers dat vooral bepaalde signaalstoffen van het immuunsysteem “aan stonden”, vooral IL-5 en IL-10. Een verdere vergelijking met T-cellen van mensen met Alzheimer of Parkinson, liet zien dat ook daar T-cellen “aan stonden”, maar wel andere signaalstoffen produceren. Dit geeft aan dat de immuunreactie op C9orf72 in principe bij alle ALS-patiënten zou plaatsvinden, ongeacht of de ziekte familiair of sporadisch is, en specifiek voor ALS lijkt te zijn en niet iets algemeens voor een neurodegeneratieve ziekte, zoals Alzheimer of Parkinson.
In de groep mensen met ALS die volgens het ENCALS-predictie model de langste overleving zouden moeten hebben, leek de activatie van deze T-cellen meer uitgesproken. Er was alleen geen relatie met de snelheid van de ziekte tot het moment van bloedafname.
Kritische kanttekeningen bij het onderzoek
Er zijn een aantal nadelen aan deze studie: de onderzoekers verkregen vrij weinig witte bloedcellen in kweek, en deze moesten eerst gestimuleerd worden om te groeien, waarbij de vraag is of dat de resultaten heeft beïnvloed. In dit onderzoek zijn daarnaast de resultaten van een kleine groep meegenomen voor de vervolgmetingen. Het is gebruikelijk om bevindingen in een kleine groep eerst een tweede keer te herproduceren in een nieuwe (onafhankelijke) dataset, om te voorkomen dat de resultaten op toeval berusten en deze toevalligheden worden meegenomen in verdere resultaten.
Ook is het nog een raadsel waarom de ziekteprogressie (gemiddeld 3 jaar in deze studie) tot aan bloedafname niet was gecorreleerd met de T-cel activatie, en de voorspelde overleving volgens het ENCALS-predictie model wel. Verder zouden er nog meer eiwitten betrokken kunnen zijn dan C9orf72 alleen, om dat te onderzoeken is een (veel) groter onderzoek nodig.
Reactie ALS Centrum
Dit onderzoek geeft ons nieuwe inzichten op de auto–immuunreactie bij het ontstaan en verloop van ALS. Uiteraard moeten de resultaten van dit onderzoek met enige zorgvuldigheid geïnterpreteerd worden. Als deze bevindingen kloppen, dan zou dit de weg openen naar nieuwe behandelmogelijkheden. Maar er is eerst verder onderzoek nodig om te begrijpen hoe en waarom de auto-immuunreactie optreedt en of het verhogen van de niveaus van ontstekingsremmende T-cellen een effectieve behandelingsstrategie kan zijn.