Samenvatting van het artikel

  • Spierkrampen en fasciculaties zijn vaak de eerste verschijnselen van ALS, maar dat zijn ook klachten die bij gezonde mensen kunnen voorkomen.
  • Spierzwakte en atrofie beginnen vaak plaatselijk in een arm of been of in de spieren van de mondkeelholte. Beide nemen vaak geleidelijk toe.
  • Ook veranderingen in denken en gedrag kan voorkomen bij ALS, PSMA of PLS. Bij 5-10% van de mensen kan dit leiden tot Frontotemporale Dementie (FTD).

De ziektebeelden van ALS en PSMA zijn bij elke persoon anders en beide ziektes kennen een groot aantal verschijnselen/symptomen. Bepaalde verschijnselen komen veel voor en zijn karakteristiek voor ALS en PSMA.

Spierkrampen en fasciculaties

Spierkrampen en fasciculaties zijn vaak de eerste verschijnselen van ALS en worden veroorzaakt door schade aan de motorische voorhoorncellen. Spierkrampen treden vaak ‘s nachts op en kunnen zeer pijnlijk zijn. Nachtelijke spierkrampen in de kuitspieren komen bij veel (oudere) mensen voor en hoeven geen betekenis te hebben. Bij ALS treden de krampen ook op in de handen en armen en op ongebruikelijke plekken zoals de hals, tong en mondbodem.

Fasciculaties zijn kleine spiertrillingen onder de huid die verspringen en geen ritme hebben. Fasciculaties in de kuit zonder zwakte wordt veel gezien bij gezonde mensen en wijzen niet op ALS. Fasciculaties over het gehele lichaam met atrofie (het dunner worden van de spieren) en zwakte kunnen ook bij mensen zonder ALS voorkomen.

Spierzwakte en atrofie

Meestal beginnen spierzwakte en atrofie plaatselijk in een arm of een been of in de spieren van de mondkeelholte. Soms ontstaat het in verschillende lichaamsdelen tegelijk. Bij ongeveer een derde van de mensen met ALS of PSMA beginnen de verschijnselen in de armen, bij een derde in de benen en bij een derde in het bulbaire gebied (de spieren voor het spreken en slikken). Bij een heel kleine groep begint de spierzwakte in de ademhalingsspieren. Dan is kortademigheid vaak de eerste klacht.

De zwakte en atrofie nemen geleidelijk toe waarbij de snelheid van achteruitgang in kracht opvallend gelijkmatig is. Uiteindelijk kunnen alle dwarsgestreepte spieren (de willekeurige spieren) aangedaan zijn behalve de hartspier, de uitwendige oogspieren en de bekkenbodemspieren. Mensen met ALS worden niet incontinent door de ziekte.

Piramidale verschijnselen

Piramidale verschijnselen zijn verschijnselen die veroorzaakt worden door aantasting van de zenuwcellen in de hersenen. Door aantasting van deze centrale motorische neuronen zijn de spierreflexen meestal verhoogd, ook in het bulbaire gebied. Bij een minderheid van de mensen is sprake van een verhoogde spierspanning.

Bulbaire verschijnselen

Bij een derde van de mensen met ALS begint de ziekte met problemen van het spreken en slikken. Uiteindelijk komen deze klachten bij 80 tot 90 procent van de mensen met ALS voor. Bij het spreken gaat het articuleren steeds moeilijker en lijkt het of iemand dronken is (slappe of perifere dysartrie). Het kan ook zijn dat iemand een stijve spraak heeft (pseudobulbaire dysartrie) of een combinatie van beide. Soms hebben mensen ook last van een spasme van de kaak, een trismus. Ook kunnen de spieren van de stembanden verkrampen, dit heet een laryngospasme en leidt tot acute benauwdheid.

Pseudobulbaire klachten

Pseudobulbaire klachten zijn emotionele reacties die iemand niet onder controle kan houden. Het wordt ook wel dwanghuilen en –lachen genoemd. Soms hebben mensen met ALS ook last van dwanggapen. Het ontstaat vaak in combinatie met (pseudobulbaire) dysartrie en komt door schade aan zenuwcellen frontaal in de hersenen. Het is niet precies bekend hoe vaak dit voorkomt, naar schatting bij niet meer dan de helft van de mensen.

Ademhalingszwakte

Bij alle mensen met ALS treedt in de loop van de ziekte zwakte van de ademhalingsspieren op. Dit leidt soms tot moeilijker ademen bij plat liggen of inspanning. Meestal beginnen de klachten ’s nachts als gevolg van een kooldioxidestapeling in het bloed door een verminderde ventilatie van de longen (nachtelijke hypercapnie). Dit kan leiden tot onrustig slapen met slaperigheid overdag, tot hoofdpijn bij het ontwaken en tot nachtmerries. In de loop van de ziekte neemt de hypercapnie toe en leidt uiteindelijk tot een steeds hoger kooldioxidegehalte in het bloed welke ook overdag aanwezig is (respiratoire insufficiëntie). Mensen met ALS overlijden door deze respiratoire insufficiëntie.

Veranderingen in denken en gedrag

Veranderingen in gedrag, in de manier waarop iemand informatie verwerkt, en hoe iemand in staat is om te leren (cognitie), komen bij mensen met ALS, PSMA en PLS regelmatig voor. Bij ongeveer vijftig procent van de mensen blijken lichte veranderingen aanwezig. Deze komen vaker voor bij mensen met een bulbair dan spinaal begin (in armen of benen) van de klachten.

Ongeveer vijf tot tien procent van de mensen met ALS, PSMA, PLS hebben grote veranderingen in denken en gedrag, hierbij kan sprake zijn van frontotemporale dementie (FTD). Dit is een vorm van dementie waarbij vooral het veranderd gedrag op de voorgrond staat. Soms zijn dit de eerste klachten. Dit lijkt op de dementie van het Pick-type maar is histopathologisch (kijkend naar afwijkingen in het hersenweefsel) niet hetzelfde. De klachten zijn karakterveranderingen, lusteloosheid, apathie, repetitieve gedragingen, snoeplust, (seksuele) ontremming, verlies van sociale vaardigheden en gebrek aan inzicht in de ziekte. Ook geheugenproblemen en taalstoornissen kunnen voorkomen.

Heeft u feedback op dit artikel? Laat het ons weten!

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.