Samenvatting van het artikel

  • Over het algemeen worden mensen met ALS niet incontinent, wel kunnen andere beperkingen ervoor zorgen dat er problemen ontstaan met de toiletgang.
  • Het is belangrijk om regelmatig naar het toilet te blijven gaan om de kans op blaasontsteking klein te houden.
  • Het is belangrijk om de vochtinname op peil te houden.
  • Verschillende hulpmiddelen kunnen uitkomst bieden, eventueel zijn een katheter of medicatie ook een oplossing.

Iemand met ALS wordt over het algemeen niet incontinent. De sluitspier van de blaas en van de darm blijven functioneren. Toch ervaren veel mensen met ALS problemen met de toiletgang.

Door spierzwakte in de benen of armen is het moeilijk snel bij het toilet te komen of de kleding te ordenen en toiletpapier te gebruiken. Ook kan het zijn dat hulp nodig is bij de toiletgang die niet altijd direct aanwezig is. Bij sommige mensen met ALS is er sprake van fasciculaties of spiertrekkingen in het bekkengebied. Dit kan de blaas irriteren en leiden tot drang om te plassen. Ook kan het ongemakkelijk zijn om op het toilet te zitten door de verminderde bilspiermassa.

Iemand met PLS kan urge-klachten hebben ofwel aandrangincontinentie. Als de toiletgang moeite kost, geeft dit angst voor ‘ongelukjes’. Veel mensen zijn dan geneigd om minder te gaan drinken wat kan leiden tot uitdroging. Dit kan verdikking van het speeksel en obstipatie geven.

Veilig naar de wc blijven gaan

Door toenemende beperkingen kan het lastiger zijn om het toilet te bereiken. Door verminderde rompbalans kan het bovendien zijn dat iemand met ALS, PSMA of PLS niet comfortabel op toilet zit. Bespreek dan mogelijkheden voor hulpmiddelen met de ergotherapeut van uw ALS-behandelteam.

Als mensen onregelmatig of laat naar toilet gaan door toenemende beperkingen kan dit het risico op blaasontstekingen verhogen. Ook slecht toiletritme of niet goed uitplassen geeft een verhoogd risico op blaasontsteking. De revalidatiearts, ergotherapeut of verpleegkundige van het ALS-behandelteam bespreekt met u welke hulp er nodig is van thuiszorg of mantelzorgers.

Daarnaast is het een afweging hoeveel energie de toiletgang kost. In incidentele gevallen kiezen mensen om deze reden voor een verblijfskatheter of, zelden, een suprapubische katheter. Lees meer over katheters.

Behandeling van incontinentie

Het is belangrijk dat de vochtinname niet verminderd wordt vanwege zorgen over hoe en wanneer iemand kan plassen. Deze zorg kan minder worden door regelmatig, gepland toiletbezoek te organiseren. Gemakkelijke kleding, incontinentiemateriaal, urinaal en uritips of condoomkatheters (voor mannen) vinden sommige mensen prettig. Zeker bij bezoeken buitenshuis. Sommige mensen gebruiken een blaaskatheter zodat de zorg thuis eenvoudiger te organiseren is. Een blaaskatheter kan ook tijdelijk ingebracht worden bij bv. uitgaan of vliegreis. Bespreek de mogelijkheden met de verpleegkundige van de thuiszorg of, indien aanwezig, van het ALS-behandelteam.

Bij urge-incontinentie of aandrangincontinentie bij PLS kan medicatie (anticholinergica) soms helpen.

Gebruik van een blaaskatheter (verblijfskatheter) kan een risico geven op blaasontsteking. Goede hygiëne en veel drinken kunnen helpen om dit te voorkomen. Lees meer over een blaasontsteking en bekijk het filmpje (vrouw) of filmpje (man) over wat te doen bij klachten op thuisarts.nl, de website van de NHG (Nederlands Huisartsen Genootschap).

Dit artikel is tot stand gekomen met dank aan Herma Veldsink, gespecialiseerd ALS-verpleegkundige revalidatiecentrum Blixembosch, Eindhoven.

Heeft u feedback op dit artikel? Laat het ons weten!

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.